Met precies ‘vijftig man’ aan boord reden we de parkeerplaats van Zidewinde af.
Johan Rosenbrand, de reisleider van de dag begroette ons. Hij had er zin in. Wij, zo vroeg op deze zaterdagmorgen natuurlijk ook. Nauwelijks op de grote weg richting Hilvarenbeek stelde iemand zich luid en duidelijk via de intercom voor.
“Ik  ben de chauffeur en heet Hans en niet anders. Het wordt een mooie lange dag en we gaan veel zien. We blijven in ons eigen Brabantse land, de Kempen, het landschap bij de grens met België, zo ongeveer ten zuiden van, zeg maar achter Tilburg en Eindhoven. Ook wippen we nog even de grens over en dan zijn we in de Belgische Kempen. Jullie allemaal veel plezier”.
Klare taal. Dat wilden we ook, immers we kenden het programma.
Johan had er niet veel meer aan toe te voegen.
wagemakerijIn Eersel stond zo rond half elf in een oude boerderij, nu het streekmuseum De Acht Zalig-heden, de koffie met vlaai klaar. In een korte DVD presentatie kregen we al een overzicht wat er zoal te zien was. Uiteraard een indruk van oude Kempische ambachten met werkplaatsen van de wagenmaker, de timmerman, de klompenmaker en de sigarenmaker. We liepen door het woongedeelte van de oude boerderij, door de opkamer, door de slaapkamer met bedstee. Alles was stijlvol en zonder opsmuk ingericht. Het knusse kruidenwinkeltje onbrak uiteraard niet. Buiten liepen we door een boomgaard met nog oude appelrassen, het sterappeltje was er natuurlijk ook bij. De uitgebreide verzameling planten, bloemen en groenten was verdeeld in een ouderwetse hof en moestuin.
We vervolgden onze reis voor het eerste gedeelte van de rondrit. De gids loodste ons met Hans aan het roer door het grenspark de Kempen. We luisterden naar zijn verhalen en de anekdotes over de rondreizende Teuten. De ambachtslieden-handelaren, die met hun handel op de rug in eigen regio, maar ook ver daarbuiten, in België, Frankrijk en Duitsland hun koopwaar uitventten. Koperteuten, Haarteuten, Textielteuten….. Luyksgestel was er het cen-trum van en op het kruispunt daar staat een beeldje van zo’n Koperteut. Ook werden we ge-wezen op een aantal oude prachtig gerenoveerde Teutenwoningen. De Teuten waren veelal niet onbemiddeld.
Het nog steeds zeer bosrijke Kempische gebied is een aantal jaren geleden ontsloten door het aanleggen van honderden kilometers prachtige fietspaden met knooppuntroutes. De toeristen hebben het gebied inmiddels al wel gevonden. De gids leidde ons langs plekken waar de grensversperringen uit WO1, Nederland was toen immers neutraal, hebben gestaan. Een fotoserie van hoe het toen was liet weinig ruimte voor fantasie. We smulden van de verhalen over de smokkelaars, de smokkelroutes- en paadjes, de zwaar gepantserde vrachtauto’s, de kraaienpoten en de grenspolitie uit de jaren na WO2. Echte boter, gewilde smokkelwaar.
Na de Brabantse koffietafel volgde het tweede gedeelte van de rondrit. Maar voor ons on-verwachts had Johan nog een bezoek aan de meervalkwekerij in Reusel ingelast. Een kwe-kerij waar de meerval in zuiver bronwater opgroeit. Het groeiproces werd duidelijk uiteengezet door de enthousiaste eigenaar en zijn vrouw.
De Contente MensDe vertoonde videofilm maakte nog meer duidelijk. Het was daar echt leuk, ook al door de proeverij. Gefileerde gerookte meerval, inderdaad, net gerookte paling. En dan de kibbeling van de meerval, ook wel lekker. De rondrit leidde vervolgens langs de moderne industrie-uitbreidingen en de nieuwe woonkernen. Door de toestroom van werknemers en door de al van oudsher bekende honkvastheid van de bevolking, de forensen uit de regio Eindhoven, groeiden de dorpen de laatste jaren snel. Ook nu maakten we weer een tussenstop in Eersel. Een uurtje winkelen. Ze hadden het ons daar ’s morgens al verteld. Maar nu zagen we het met eigen ogen. Die twee kleine beeldjes. Zomaar op straat: de één van De Contente Mens, een uitstervend ras in brons vereeuwigd en de ander van De Pronte Vrouw. Prachtig. Het is daar echt goed toeven in Eersel.
En wat te denken van Soerendonk? Daar stond zo rond zessen in zaal De Valk al weer het diner voor ons klaar. Even dachten we in een Van der Valk restaurant te zijn beland, maar nee,…. maar het schaaltje appelmoes met de rode gekonfijte kers stond er toch echt wel.
Net voor negenen schakelde Hans bij Zidewinde het contact uit. Het was genoeg geweest.