Deze keer kom ik via een omweg in de Heistraat. Ze zijn weer aan het breken in ons dorp. Ik ga in gesprek met Koos Rietveld.
Ben je geboren en getogen in Sprang-Capelle? Ja en nee, geboren in het ziekenhuis in Raamsdonksveer; na een paar dagen naar de Nieuwevaart. In dat ziekenhuis ben ik jaren later nog eens geweest om m’n amandelen te laten knippen. Ik had toen het idee dat het meer een bejaardenhuis was. Met nog een andere jongen sliepen we bij twee oudere mannen op de kamer. Die liepen de hele dag rond te sjouwen.De boerderij van opa had vele woningen. Er woonden mensen voor, achter en tussenin. Het was een gezellige boel. Men was tenslotte gauw tevreden. Ook was er een schuur voor vader z’n spullen; die was schilder.
Eten uit de eigen moestuin of anders uit die van de buren. We hielpen elkaar waar nodig was: hooien, rooien en kuilen;altijd buiten bezig. Telefoons waren er niet zoveel maar die deelde je ook met de buurt.
Naar de ambachtsschool, want metaal bewerken zag Koos wel zitten. Bij een garage gewerkt om het vak onder de knie te krijgen en daarna voor zichzelf begonnen. Koos kan er wat van: kijk maar eens naar het naambord van ‘Ons Heem’ boven de deur. Het wordt steeds mooier door de weersinvloeden. Auto’s waren er vroeger ook niet zoveel. Dus als je er thuis één bezat en je had je rijbewijs gehaald, kwam weleens het verzoek van familie of een goede kennis om ze ergens naar toe te brengen. Naar Nieuwaal was de rit,en als je dan toch even moet wachten, ga je als jongeman even kuieren door het dorp. Zo’n straat waar ook de meisjes liepen te wandelen. Daar heeft hij z’n Jantje ontmoet, en nu houden ze nog steeds veel van elkaar.
Vader was naar het Raadhuisplein verhuisd en een winkel begonnen, dus voor het jonge paar was er een plekje op de Nieuwevaart. Maar voor de geliefde hobby paarden houden, fokken, grootbrengen en verkopen, werd er naar wat meer ruimte gezocht en die werd gevonden in een mooie boerderij aan de Heistraat.
Kleindochter is ook dol op paarden. Die liep als peuter al door de stal en zat al jong boven op het paard.Ook de menvereniging hoort bij deze hobby. Op paardenmendagen is de familie zeker te vinden voor een mooie rit door de bossen en velden en het bewonderen van elkaars spullen.Koos, hoe ben je zo bij de heemkundevereniging terechtgekomen? Door een uitnodiging voor een thema-avond die mij interesseerde. Ik vond het leerzaam en gezellig en ben gebleven. Ik vind de
avonden sowieso gezellig, met uiteenlopende onderwerpen. En de uitstapjes waren ook heel leerzaam.Het contact met elkaar, je kunt eens van gedachten wisselen, je hoort weer eens wat.We zien je nog al eens in ‘Ons Heem’, daar doe je allerlei hand-en-spandiensten. Met de verbouwing heb je ook veel plezier gehad en de handen uit de mouwen gestoken, met het naambord als kroon op je werk! Je bent nu bezig met rekken maken voor een tentoonstelling. Daar kan van alles aan opgehangen worden. Ook de restauratie van een bovenraampje met een levensboom (geschonken door Koos Nieuwenhuizen) is een uitdagende klus en tevens een mooie herinnering aan Koos.
Een bezige bij ben je, dat kun je wel zeggen. Je bent ook een steun en toeverlaat voor je vrouw, die zeer slecht ziet: ze is aan één oog blind. Maar samen kunnen jullie gelukkig nog veel.Houten bankjes maken is ook een hobby van je. Ik heb er bij de Vivo op gezeten; zit goed.Het ga jullie goed. Hopelijk mag je nog lang in gezondheid je steentje bijdragen aan de vereniging en een steun zijn voor je medemens. O ja, nog gefeliciteerd met je verjaardag, want je bent vandaag ook
nog jarig. Dank je wel voor dit gesprek!
Marry Molenaar