WATERKWALITEITSBEHEER

            In de tweede helft van de vorige eeuw ging ook de kwaliteit van het oppervlaktewater een steeds grotere rol spelen. Door de toename van de bevolking, de uitbreiding en intensivering van de industrie ontstond vervuiling van het oppervlaktewater in steeds toenemende mate. Het oppervlaktewater is van vitaal belang voor alle levende organismen. Het is een voedselreservoir voor talloze plantaardige en dierlijke organismen. Maar het is niet minder belangrijk voor de mens, die het voor allerlei doeleinden gebruikt. Het is de grondstof voor de bereiding van drinkwater, het wordt gebruikt voor industriële doeleinden, in de landbouw en voor de recreatie. In steeds grotere mate werden afvalstoffen in het oppervlaktewater gedeponeerd. Daardoor ontstond op grote schaal vervuiling van het water in sloten, plassen, beken, kanalen en rivieren. Dat vormde een steeds grotere bedreiging voor de functie en de gebruiksdoeleinden van het oppervlaktewater.

            Het is duidelijk dat het terugdringen en nog beter het voorkomen van die bedreiging vraagt om een kwaliteitsbeheer waardoor oppervlaktewater geschikt wordt voor haar functies en gebruiksdoeleinden.

            Het waren de waterschappen, die naast het waterkwantiteitsbeheer ook belast werden met het waterkwaliteitsbeheer.

            Er is bij de zorg voor de watervoorziening dan ook een verwevenheid van waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer.

            Goede afmetingen, de breedte en vooral de diepte van de watergangen zijn van groot belang voor de kwaliteit van het water. Onvoldoende slootonderhoud leidt tot vermindering van de kwaliteit van het water. Een te ondiepe sloot verslechtert het zelfreinigende vermogen van de sloot, maar heeft in warme zomers een ongunstige invloed op het zuurstofgehalte van het water. Dit kan dan leiden tot botulisme, fataal voor watervogels. Te sterke kroosvorming kan leiden tot zuurstofloosheid van het water. Regelmatige verwijdering van overmatige plantengroei leidt tot verbetering van de kwaliteit van het water. Toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen voor slootonderhoud, beïnvloedt de waterkwaliteit uiteraard in hoge mate, maar dat
geldt ook voor de peilregeling, waterinlaat, kunstmatige doorstroming en aflaat of uitmaling van het water.

            Daarnaast is de bestrijding van de verzilting tengevolge van de kwel of gebruik van zeesluizen eveneens een waterkwaliteitsprobleem.

            Zo is waterkwaliteitsbeheer een onderdeel van het totale waterbeheer. De steeds toenemende omvang van de vervuiling van het oppervlaktewater als gevolg van de sterke uitbreiding van industrieel afvalwater leidde tot een steeds grotere aandrang om te komen tot de bouw van zuiveringstechnische werken, hetzij door waterschappen, hetzij door de vervuilers krachtens een vergunningenbeleid.

DE WET VERONTREINIGING OPPERVLAKTEWATEREN

            Op 1 december 1976 is na een lange voorbereiding in werking getreden de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren. Krachtens die wet is het verboden zonder vergunning afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, in welke vorm ook, te brengen in oppervlaktewateren. Het zwaartepunt is echter gelegd bij het plannen en realiseren van werken voor de behandeling van afvalwater in collectieve zuiveringsinstallaties.

            In onze streek, het gebied van het Oude Maasje en de Dongestroom, doet dat - met uitzondering van de gemeenten Tilburg en Goirle - het Hoogheemraadschap van West-Brabant, gevestigd in Breda. Voor Tilburg en Goirle doet dat het Waterschap De Dommel. Het Hoogheemraadschap van West-Brabant is naast het onderhoud van enkele grote rivieren - te weten de mark, de Dintel en de Vliet - ook belast met bescherming van West-Brabant tegen overstromingen en dus belast met het beheer van dijken enz. De belangrijkste taak is echter het in stand houden en verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Daartoe beheert het Hoogheemraadschap 18 rioolwaterzuiveringinstallaties, en is het belast met het verlenen van de nodige lozingsvergunningen aan bedrijven.

            De kosten van de bestrijding van de verontreiniging van oppervlaktewater worden door het Hoogheemraadschap bestreden uit de jaarlijkse "verontreinigingsheffing oppervlaktewateren".

            Maar keren we terug naar de waterschappen belast met kwantiteitsbeheer van het water.