VROEGERE  POLDERS EN WATERSCHAPPEN IN HET GEBIED VAN HET OUDE MAASJE

In de 20e eeuw werden verschillende plannen ontworpen ter verbetering van de waterstaatkundige toestand van de polders in het gebied van het Oude Maasje. Die plannen vonden geen doorgang, omdat er bezwaren waren van:
de grondbezitters in de hooipolders, omdat de vloedwerking, die door de slibafzetting een bijzonder goede hooioogst verzekerde, dan zou uitblijven;
de schippers, omdat zonder de vloedwerking de Langstraatse havens niet bereikbaar zouden zijn;
de industrie, die vreesde dat waterverversing ten behoeve van de Waalwijkse leerlooierijen te kostbaar zou worden.

Tenslotte werd in de jaren 1880-1900 de Bergsche Maas tussen Heusden en Keizersveer gegraven om het water in het bovengebied sneller naar zee te kunnen afvoeren[1]. De uitvoering van deze Maasmondwerken bracht echter voor het gebied rond het Oude Maasje eerder een verslechtering dan een verbetering van de waterstaatkundige toestand met zich mee. Om deze problemen weg te nemen werd rond 1900 door het Rijk het Zuiderafwateringskanaal gegraven. Dit kanaal vangt aan - zoals hierboven is vermeld - bij de Winterdijk, ongeveer nabij de grensscheiding tussen Waalwijk en Sprang-Capelle en loopt zo westwaarts door Waspik om bij Keizersveer uit te monden in het Oude Maasje. Daar werd naast de uitwateringssluis een scheprad

stoomgemaal gebouwd, waarmee het kanaal bij hoge waterstand op peil wordt gehouden. Het beheer van het Zuiderafwateringskanaal met bijbehorende kunstwerken en het stoomgemaal berustte bij Rijkswaterstaat. Met het malen werd slechts aangevangen wanneer de Maas bij Grave een bepaalde stand had bereikt en natuurlijke lozing niet meer mogelijk was.  Rijkswaterstaat moest namelijk bij de bemaling rekening houden met de belangen van een veel groter gebied. Ondanks de reeds genomen maatregelen bleef de gebrekkige waterafvoer overlast bezorgen in de Langstraat. Rijkswaterstaat bood wel extra hulp, maar dat haalde niets uit. Bij hoge waterstanden op het Oude Maasje kon het stoomgemaal geen water lozen vanwege de te hoge opvoerhoogte.

Waterschap Het Zuiderafwateringskanaal (zie de kaart op pag. 91)

Om aan deze onhoudbare toestand een einde te maken hebben een aantal besprekingen tussen de waterschappen in het gebied en Rijkswaterstaat plaatsgevonden. Rijkswaterstaat bleef zich evenwel beperken tot het wegwerken van overtollig water. Wilde de streek meer dan moest men trachten samen een nieuw waterschap op te richten dat het hele gebied van het Zuiderafwateringskanaal zou omvatten. Dit nieuwe waterschap zou dan het gemaal te Keizersveer en het beheer en onderhoud van het Zuiderafwateringskanaal moeten overnemen. In 1925 werd het waterschap Het Zuiderafwateringskanaal opgericht. Het was een overkoepelend waterschap met als belangrijkste taak het verbeteren van de waterafvoer in zijn gebied. Het voorlopig bestuur sprak reeds in de eerste vergaderingen over de dringende noodzaak om verbetering te krijgen in de waterstaatkundige toestand van het betrokken gebied, wat volgens dit bestuur alleen bereikt kon worden indien het Zuiderstoomgemaal, het Zuiderafwateringsgemaal en het Overdiepse stoomgemaal van het Rijk zouden worden overgenomen. Bij Wet van 30 november 1934 werd het gemaal te Keizersveer, het Zuiderafwateringsgemaal en het Overdiepse gemaal met alle daarbij behorende werken in beheer en onderhoud overgedragen aan het waterschap het Zuiderafwateringskanaal tegen een afkoopsom van f. 264.000,00. Het schepradstoomgemaal te Keizersveer werd omgebouwd tot een electrisch gemaal. Tevens werd een begin gemaakt met het verhogen en verzwaren van de kaden langs het Oude Maasje. Van 1928 to 1953 fungeerde het waterschap Het Zuiderafwateringskanaal, waarvan de secretarie in Waspik was gevestigd, als overkoepelend orgaan voor een 12-tal (later 11) verschillende waterschappen. Per 1 juli 1940 vond een kleine reorganisatie plaats en werden een aantal van deze polders opgeheven c.q. samengevoegd. De oudste polders, die bij de reorganisatie van 1 juli 1940 werden samengevoegd met andere polders, waren de volgende waterschappen:

  1. DE OOSTENSE EN DE WESTENSE BUITENDELLEN
    gelegen onder: Waspik en Capelle
    opgericht: onbekend
    opgeheven: 1 juli 1940. Gedeeltelijk opgegaan in Waterschap ten Westen van de Vrijhoevense Vaart en gedeeltelijk in Waterschap Ten Westen van de Capelse Vaart.
  2. TEN WESTEN VAN DE CAPELSE VAART EN HET VEERPAD
    gelegen onder: Sprang-Capelle
    opgericht: onbekend
    opgeheven: 1 juli 1940. Opgegaan in Waterschap ten Westen van de Capelse Vaart.
  3. TEN WESTEN VAN DE NIEUWENDIJK MET DE
    AANWASSEN
    gelegen onder: Sprang-Capelle
    opgericht: onbekend
    opgeheven: 1 juli 1940. Gedeeltelijk opgegaan in Waterschap ten Westen van de Vrijhoevense Vaart (zie 20) en gedeeltelijk in de Overdiepse Polders (zie 18).
  4. GECOMBINEERDE GROOT-WASPIKSE- EN RAAMSDONKSE BINNEN-, BUITENDIJKSE- EN OVERDIEPSE POLDERS
    gelegen onder: Waspik en Raamsdonk
    opgericht: + 1564 (Binnenpolders) en 1700 (Buitendijkse- en Overdiepse Polders).
    opgeheven: 1 juli 1940. Opgegaan in Groot-Waspikse- en Raamsdonkse Polders.
  5. BINNEN DE OUDE STRAAT
    gelegen onder: Sprang-Capelle
    opgericht: vóór 1845
    opgeheven: 1 juli 1940. Opgegaan in Waterschap De Oude Straat
  6. DE GROOTE OUDE STRAAT
    gelegen onder: Sprang-Capelle
    opgericht: onbekend
    opgeheven: 1 juli 1940. Opgegaan in De Oude Straat
  7. DE BUITENDELLEN
    gelegen: onder Waspik
    opgericht: onbekend, vóór 1788
    opgeheven: 1 juli 1925. Opgegaan in Waterschap Klein Waspik
  8. DE BINNENPOLDERS VAN 'S-GREVELDUIN-CAPELLE
    gelegen onder: Sprang-Capelle en Waspik
    opgericht: onbekend, waarschijnlijk 2e helft 16e eeuw
    opgeheven: 1 juli 1940. Opgegaan in de Binnenpolder van Capelle
  9. DE BINNENPOLDER VAN VRIJHOEVE-CAPELLE
    gelegen onder: Sprang-Capelle
    opgericht: onbekend, waarschijnlijk 2e helft 16e eeuw
    opgeheven: 1 juli 1940. Opgegaan in de Binnenpolder van Capelle

    Deze reorganisatie hield voor het waterschap Het Zuiderafwateringskanaal weinig veranderingen in. Enkel de oprichting van het waterschap De Overdiepse Polders gaf enige wijziging in de taak van het overkoepelend waterschap. Het Waspikse veer en veerhuis, het motorgemaal op de Dussense Gantel en verder alle eigendommen van het waterschap Het Zuiderafwateringskanaal gelegen in de Overdiepse polders werden in beheer en onderhoud overgedragen aan het waterschap De Overdiepse Polders.

Per 1 juli 1953 vond opnieuw een reorganisatie plaats.

            Alle waterschappen, gelegen in het overkoepelende Waterschap "Het Zuiderafwateringskanaal", werden opgeheven.
Zij gingen over naar het Waterschap Het Zuiderafwateringskanaal. Dat waren de volgende waterschappen:

  • DE BINNENPOLDER VAN BESOYEN
    gelegen onder: Waalwijk
    opgericht: onbekend, waarschijnlijk 2e helft 16e eeuw
    opgeheven: 1 juli 1953
  • DE BINNENPOLDER VAN SPRANG
    gelegen onder: Sprang-Capelle
    opgericht: onbekend, vóór 1827
    opgeheven: 1 juli 1953
  • DE BINNENPOLDER VAN CAPELLE
    gelegen onder: Sprang-Capelle
    opgericht: 1 juli 1940, uit Binnenpolder van 's-Grevelduin-Capelle (zie 8) en de Binnenpolder van Vrijhoeve-Capelle (zie 9)
    opgeheven: 1 juli 1953
  • DE BUITENPOLDER VAN BESOYEN
    gelegen onder: Waalwijk
    opgericht: onbekend, waarschijnlijk 2e helft van de 16e eeuw
    opgeheven: 1 juli 1953
  • DE GROOT WASPIKSE- EN RAAMSDONKSE POLDERS
    gelegen onder: Waspik en Raamsdonk
    opgericht: in 1940, ontstaan uit de Gecombineerde Groot Waspikse- en Raamsdonkse Binnen- Buitendijkse en Overdiepse Polders (zie 4)
    opgeheven: 1 juli 1953
  • DE OUDE STRAAT
    gelegen onder: Sprang-Capelle
    opgericht: 7 juli 1940, ontstaan uit het Waterschap De Grote Oude Straat (zie 6)
    Opgeheven: 1 juli 1953
  • KLEIN WASPIK
    gelegen onder: Waspik
    opgericht: onbekend, waarschijnlijk 2e helft 16e eeuw
    opgeheven: 1 juli 1953
  • DE NIEUWE HOOIPOLDER
    gelegen onder: Raamsdonk
    opgericht: vóór 1795
    opgeheven: 1 juli 1953. Gedeeltelijk opgegaan in het Waterschap Het Zuiderafwateringskanaal en gedeeltelijk in Waterschap De Beneden-Donge.
  • DE OVERDIEPSE POLDERS
    gelegen onder: Sprang-Capelle, Waspik en Raamsdonk
    opgericht: 1 juli 1940
    opgeheven: 1 juli 1953
  • TEN WESTEN VAN DE CAPELSE VAART
    gelegen onder: Sprang-Capelle
    opgericht: 1 juli 1940. Was vóór 1940: Waterschap ten Westen van de Capelse Vaart en het Veerpad (zie 2)
    opgeheven: 1 juli 1953
  • TEN WESTEN VAN DE VRIJHOEVENSE VAART
    gelegen onder: Sprang-Capelle
    opgericht: onbekend
    opgeheven: 1 juli 1953
  • HET ZUIDERAFWATERINGSKANAAL
    gelegen onder: Raamsdonk, Waspik, Sprang-Capelle, Waalwijk en Loon op Zand
    opgericht: 12 januari 1928
    opgeheven: 1 februari 1976. Opgegaan in het Waterschap "De Dongestroom"


Het Waterschap "Het Zuiderafwateringskanaal" had na 1 juli 1953 tot taak het beheren en onderhouden, tot stand brengen en verbeteren van alle afwaterings-, bemalings- en watervoorzieningswerken in zijn gebied, alsmede de zorg voor de dijken langs het Oude Maasje en de wegen. Het Waterschap Het Zuiderafwateringskanaal werd opgeheven per 1 februari 1976 en ging over naar het nieuwe waterschap "De Dongestroom".

Waterschap De Binnenpolder van Waalwijk (zie de kaart op pag. 91 en de pagina's 102 en 103)
De Binnenpolder van Waalwijk was tot 1953 gelegen  in het gebied van het overkoepelend waterschap Het Zuiderafwateringskanaal. Het loosde zijn water niet op het Zuiderafwateringskanaal, maar op het langs de Maasdijk gelegen en bij het Rijk in beheer en onderhoud zijnde Zuiderkanaal. Bij de reorganisatie en opheffing van waterschappen in het gebied van het waterschap Het Zuiderafwateringskanaal in 1953 bleef De Binnenpolder van Waalwijk als een zelfstandige polder voortbestaan. Pas in 1976 werd het waterschap opgeheven en met uitzondering van de gronden gelegen onder Loon op Zand buiten waterschapsverband gebracht. De gronden gelegen onder Loon op Zand werden opgenomen in het nieuwe waterschap "De Dongestroom".