Een schenking
Begin oktober 1807 doet Heer Francois van de Werken aan de kerkmeesters het volgende aanbod. Hij wil een kabinetorgel2 aan de kerk doneren om het tijdens de godsdienst te kunnen laten bespelen. Dit was de uitdrukkelijke wens van zijn overleden vrouw Johanna van Alphen.
Voordat men de schenking wil aanvaarden, wordt door kerkmeesters en commissie voor oppertoezicht besloten het orgel te laten examineren door deskundige N. Criene uit Dordrecht. Het orgel voldoet, waarna de schenking wordt aangenomen en de familie Van de Werken ‘hartelijk bedankt.’
Uit het archief van de kerkenraad blijkt, dat het orgel op 29 november 1807 in gebruik wordt genomen:
Heden namiddag werd een nieuw geplaatst Orgel ingewijd, waar mede deze kerk op uitdrukkelijke begeerte van wijle vrouwe Jahanna van Alphen, in leve echtgenote van de weledele Heer Francois van de Werken verleend was. Hetzelve was in orde gebragt en werd nu voor de eerste reize bespeeld door den H. Vriens muziek en instrumentenmaker te Dordrecht. Onze leeraar predikte bij die gelegenheid over de waarde van de lijdende Mesias Ps. 22:4: Gij zijt heilig wonende onder de lofzangen Israels. De inwijding werd gezongen zonder den Orgel met Ps. 150 na de inwijding van het Orgel Evangelisch gezang 1.
Omdat er nog geen organist is, wordt koster J. Smits opdracht gegeven het orgel te gaan bespelen. Zijn salaris als organist is f 30,- per jaar. Het verzoek van Smits om dientengevolge te worden ontslagen uit zijn functie als voorzanger wordt ingewilligd. Nieuwe koster en voorzanger wordt P.J. van Loven.