Een greep uit het boek van de heer J.T. Ramsteijn

De maanden december en januari zijn luguber. Het oorlogsgeweld neemt in deze streken toe. Telkens vraagt men zich af, wat zal de dag van morgen brengen en wat voor lief en leed hangt ons boven het hoofd.
Woensdag 6 december 1944, was een droevige dag.Tijdens een treffen met de Duitsers is de OD-er Henk Werther uit Haarsteeg zwaar gewond. Hij is naar een militair hospitaal in Goirle vervoerd.
Vanmorgen is een vliegtuigbom gevallen op de Zandschel, een 25 tal granaten in Capelle en drie Duitse bommen op de Hogevaart. Er zijn geen ongevallen.Een paar zoons van Floor van Suylekom,- de brugwachter van de brug over het Oude Maasje- wilden in de boerderij, die hun vader al geruime tijd had moeten verlaten vanwege gevechten bij het Capelse Veer, wat huisraad halen. Zij zijn met paard en wagen op een landmijn gereden.De wagen werd geheel vernield. Het paard mankeerde niets. Een jongen van van der Galien (17 jaar) was op slag dood. De zoon Hendrik van Suylekom raakte zwaar gewond, de andere zoon Johannes, die op het moment van de ontploffing het hek opende, waar paard en wagen doorheen moesten, mankeerde niets en ontsnapte aan de dood.In deze boerderij was een ontvanginstallatie door twee ondergedoken studenten geïnstalleerd om zo dicht mogelijk bij de Maas de berichten van Jan de Rooij, die in Dussen met een zender zat, te kunnen ontvangen. Ze werden elke morgen om vijf uur in het pikke donker door een Engelse patrouille erheen gebracht om twee uur later, na de berichten ontvangen te hebben weer terug te keren. Blijkbaar hebben de Duitsers toch activiteiten bij de boerderij opgemerkt en hebben er mijnen gelegd. Na dit tragische ongeval besloot men de ontvangstinstallatie te verhuizen naar de bovenverdieping van het voormalige Gemeentehuis te Capelle. Ondanks de grotere afstand werd er toch een redelijk goede verbinding verkregen.
Donderdag 7 december 1944.
Vandaag is Hendrik van Suylekom aan z‘n verwondingen in het ziekenhuis overleden. Dat ongeval heeft dus nu een 2de slachtoffer geëist.
Maandag 18 december 1944.
Vliegende bommen komen al dagen over. Vandaag eist de V- I terreur haar eerste slachtoffers in de Langstraat, als in Kaatsheuvel één van de dodelijke robotvliegtuigen in de buurt van de molen neerstort. Twee mensen komen om het leven en een aantal huizen worden volledig verwoest.
Inmiddels woedt in de Ardennen het laatste Duitse tegenoffensief bekend als ‘Herbstnebel‘. De Duitsers zijn ten noorden van de Bergse Maas nog steeds koortsachtig bezig troepen te verplaatsen. Op deze dag wordt een nieuwe instructie van Veldmaarschalk van Rundstedt, Oberbefehlshaber West uitgevaardigd.
Op grond van het verloop van de strijd in de Ardennen krijgen de Duitse troepen in het Land van Heusden en Altena opdracht de voorbereidende maatregelen af te ronden, zodat binnen 24 uur de aanval over de Maas kan beginnen. In verband met dit bevel stelt de Duitse Bevelhebber generaal Hans Reinhard een aanvalsplan op.
Woensdag 20 december 1944.
Inmiddels bevinden zich ruim 15.000 militairen in het Land van Heusen en Altena. De aanval richting Breda (die nogal ambitieus op papier staat en zelfs voorziet in luchtlandingen in de Loonse en Drunense Duinen, staat gepland voor 24 december. De geruchten van een Duitse aanval bereikt ook bevrijd gebied.
Vrijdag 22 december 1944.
Vanuit bezet gebied stuurt Jan de Rooij om zes uur ’s-ochtends, het zoveelste bericht over de Duitse troepenbewegingen. Precies op het moment dat Dick Flemming het bericht heeft genoteerd en zijn post in het raadhuis te Capelle wil verlaten stort een V-1 omlaag. Flemming overleeft de ramp en weet het bericht via een helper door te geven aan Jos van Wijlen. Die speelt het bericht weer door aan de Canadezen, die op grond van dit en voorgaande berichten hun troepen in verhoogde staat van paraatheid brengen.
Zaterdag 23 december 1944.
In de Ardennen nadert de strijd zijn hoogtepunt. St.Vith is in Duitse handen en Bastogne is omsingeld. De Duitse aanvalsspitsen echter beginnen vast te lopen bij Rochefort en Ettelbruck.
De Duitsers in het Land van Heusden en Altena gaan met hun voorbereidingen gewoon door. Hun patrouilles steken nog steeds de Maas over en de Polen blazen als voorzorgsmaatregel een gat in de Zomerdijk benoorden van Waalwijk.
Zondag 24 december 1944.
De hele dag vuren de Polen op de Duitse stellingen in het Land van Heusden en Altena. De inwoners van de Langstraat moeten deze nacht binnen blijven. Een eerder gegeven verlof om de nachtmis te vieren, wordt ingetrokken. Tegen middernacht barst de geallieerde beschieting op de Duitsers in het Land van Heusden en Altena los.
Maandag 25 december 1944.
De eerste kerstdag belooft niet veel goeds. Er zijn de gehele dag zware beschietingen op het Land van Heusden en Altena. Daar zitten de mensen vrijwel de hele kerstdag in de schuilkelders. Ook het geschut tegenover ons huis is volop bezig en we lagen in bed te schudden en van slapen kwam niet veel terecht met al dat lawaai.
Het was bitter koud en heel de dag kwamen soldaten bij ons binnen om zich te warmen. Aanvankelijk hadden de geallieerden toestemming gegeven om de Nachtmis te kunnen houden, maar de avondklok werd weer ingesteld.
Dinsdag 26 december 1944.
De Duitsers gaan door met het versterken van hun stellingen bij het Capelse Veer. De sfeer rond Kerstmis werd overschaduwd door kanongebulder in tegenstelling tot het feest ter herdenking van de geboorte van Jezus Christus. Poging tot opruiming bruggenhoofd Capelse Veer.
Donderdag 28 december 1944.
Laat in de avond ondernemen de Polen voor het eerst een poging om de Duitsers bij het Capelse Veer te verjagen. De patrouille onder leiding van Lt Cxubaj ontdekt dat de Duitse positie te sterk is en men moet zich terugtrekken. Drie Polen zijn gewond bij een kort gevecht.
Vrijdag 29 december 1944.
Veel jongens hadden zich gemeld bij de OD (Orde Dienst) om te assisteren bij wachtdiensten en patrouilles. In deze avond speelde zich een drama af, wat voor 19 van deze jongens een dramatische afloop had. Jochem van Schuppen was een van hen en heeft al zijn ervaringen op schrift gesteld.
Nieuwjaar 1945.
Het jaar begon koud maar zonnig. Er lag sneeuw en de kanonnen stonden nog steeds in de Oudestraat. Op de middag van Nieuwjaarsdag stond ik bij de kanonnen te kijken en hoorde een vliegtuig. Het vloog hoog, maar we konden toch zien, dat het een Duits vliegtuig was. Dat was de laatste keer, dat ik een Duits vliegtuig zag. Later hoorde ik dat het een laatste poging was van de Luftwaffe, die vanuit heel Duitland opgestegen was, met duizend jachtvliegtuigen om de vliegvelden in bevrijd gebied met de daarop gestationeerde vliegtuigen te vernietigen. Erger waren echter de Vliegende Bommen (V-1). Er kwamen er steeds meer over op weg naar Antwerpen. Ze werden ergens in het Oosten van het land gelanceerd, onze streek lag in de aanvalsroute. Een groot aantal bereikte Antwerpen niet en kwam in Brabant terecht.
Dinsdag 2 januari 1945.
Bij het Capelse Veer wordt het Bruggenhoofd door de Duitsers versterkt met twee Sturmschütze (gemotoriseerde kanonnen op een rupsonderstel). Na een paar dagen worden ze weer weggehaald, ze blijken te kwetsbaar te zijn in het open terrein.
Vrijdag 5 januari 1945.
Ondersteund door luchtaanvallen en artilleriebeschietingen, onder dekking van een enorm rookgordijn trachten kleine patrouilles de Maas over te steken.
Het is de bedoeling om een inzicht te krijgen in de grootte van de Duitse troepenmacht. Om ongeveer half drie trekt het rookgordijn over Waalwijk vanwege de Noorden wind. De operatie “TROJAN” bewijst dat niet meer aanwezig is, de dreiging dat de Duitsers de Maas zullen overtrekken.
Zondag 7 januari 1945.
Al heel vroeg in de ochtend, het vriest dat het kraakt, sluipen opnieuw Poolse infanteristen op de Duitse stellingen bij het Capelse Veer af. Tanks ondersteunen hun actie. Aanvankelijk lijkt hun operatie te slagen, maar in het vlakke polderland komen de Polen onder zwaar Duits vuur te liggen. Er zijn nauwelijks dekkingsmogelijkheden en het begint te sneeuwen. De Polen zetten hun aanval door en veroveren zelfs een stukje van het Bruggenhoofd. Ook hier komen ze onder zwaar vuur te liggen en moeten ze uiteindelijk terugtrekken. De Poolse aanval is een kostbare mislukking geworden. Er zijn vier en dertig doden en negentig gewonden.
Maandag 8 januari 1945.
In Waalwijk begint als eerste de schoenfabriek de Timtur weer te draaien. Er worden voornamelijk werkschoenen en militaire schoenen gemaakt.
Vrijdag 26 januari 1945.
In Kaatsheuvel valt een V-1 op het Missiehuis. Sedert juli 1944 verblijven hier zo’n 140 bejaarde geëvacueerden uit Zeeland. De gehele rechtervleugel van het gebouw wordt verwoest.Vier en twintig ouderen zijn op slag dood. Ook de bakkerij v.Oord wordt totaal verwoest. In de bakkerij waren door de schaarste aan brandstof verschillende bakkers aanwezig, die daar gezamenlijk voor hun klanten brood bakten. Behalve v.Oord met zijn vrouw waren ook de Sprangse bakkers Maurits Vos en Aart van Hees met knecht Henk Bogers (evacue uit Zeeland) aanwezig.
Toen de V-1 viel, stond Maurits Vos met zijn knecht Henk Bogers voor de oven. Aart van Hees met v.Oord stonden aan de zijkant van de oven. Het hele gebouw stortte in. De zolder kwam omlaag en een grote balk bleef hangen over de oven, zodat Aart van Hees en v.Oord er met enkele schrammen afkwamen. De Canadese militair W.Richards, die juist nog in de bakkerij had staan praten en naar boven was gegaan, was op slag dood, evenals de 27 jarige huishoudhulp Kee Broeders. Maurits Vos en Henk lagen voor de oven onder een metersdikke puinlaag. Iedereen spoedde zich naar het Missiehuis om te helpen. Met veel moeite kreeg Aart van Hees het voor elkaar om enkele mensen ervan te overtuigen, dat hier ook mensen bedolven lagen. Maurits Vos werd zwaar gewond aan zijn lichaam en gezicht onder het puin vandaan gehaald, terwijl Henk ogenschijnlijk het er goed afgebracht had. Beiden werden naar een ziekenhuis in Breda gebracht. Henk overleed aan zijn verwondingen. Hij bleek een ijzeren pin van de oven in zijn rug gekregen te hebben. Maurits Vos verbleef nog maanden in het ziekenhuis, hij was voor zijn familie lange tijd onherkenbaar.Vanuit de school in Sprang, die als noodhospitaal was ingericht, gingen direct Rode Kruis soldaten erheen om te helpen onder de slechtste omstandigheden. Daar heb ik altijd diep respect en waardering voor gehad.
Zaterdag 27 januari 1945.
De bestorming van het Capelse Veer gaat verder. Er worden tanks naar het ”Eiland”gestuurd over de noodbrug. Dat lukt pas laat in de nacht. De infanterie sluipt dichter naar de Duitse stellingen.Vanmiddag is rond gebeld, dat in Sprang-Capelle de eerste drie dagen geen voertuigen op de wegen mogen komen, behalve voor voedselvoorziening. Dit om het drukke militaire verkeer niet te hinderen.
Zondag 28 januari 1945.
De slotaanval bij het Capelse Veer is begonnen. De aanwezigheid van tanks maakt nauwelijks verschil. Aan het einde van de dag zijn de soldaten, na zestig uur ongebroken in gevecht geweest te zijn, totaal uitgeput.
Maandag 29 januari 1945.
De strijd bij het Capelse Veer (operatie ELEPHANT) laait in de loop van de dag opnieuw op. Hoewel het afgelopen nacht heeft gesneeuwd zijn grote delen van het eiland zo intensief beschoten, dat de sneeuw volledig is verdwenen. De Canadezen moeten haastig hun camouflagepakken uittrekken.
De Duitse bezetting van het Bruggenhoofd raakt uitgeput en heeft zware verliezen geleden. Desondanks geven de Fallschirmjäger het nog niet op. Tegen het middaguur lijkt het tij te keren voor de Canadezen. De Duitse Commandant van het Bruggenhoofd sneuvelt en even later ook zijn opvolger. De Canadezen maken krijgsgevangenen. Met het invallen van de avond verflauwt de strijd.
Dinsdag 30 januari 1945.
De gevechten bij het Capelse Veer gaan hun vijfde dag in. De strijd loopt langzaam ten einde. Moeizaam kruipen de Canadezen meter voor meter dichter naar de Maas toe.
Aan het einde van de middag hebben de Duitsers toch nog een klein stukje in handen.Verscholen achter de dijk zijn ze veilig voor de aanhoudende beschietingen. Even lijkt het erop dat de operatie nog met een dag moet worden verlengd, maar in de loop van de nacht trekken de laatste Duitsers terug naar de Noordelijke Maasoever.
Nu kan de trieste balans van de gevechten worden opgemaakt. De verovering van het Bruggenhoofd heeft de Canadezen 65 doden en 169 gewonden gekost.
Na de slag begint langzamerhand het normale leven weer te keren.
Zaterdag 10 februari 1945.
Op de Hogevaart worden Canadezen van “ROAD REPAIR” ingekwartierd. Door al dat zware militaire verkeer, vooral de tanks, hebben de wegen veel geleden en zijn bijna onbegaanbaar. Het is te hopen dat ze daar snel verandering in brengen.
Vrijdag 16 februari 1945.
De polders in Capelle en Waalwijk staan allen blank.Van de Duitsers valt nu niet veel te vrezen. De verovering van het Land van Heusden en Altena zal nu ook uitgesteld worden. Bij tijd en wijle wordt er de volgende maanden nog over en weer geschoten.
Onder woensdag 2 mei 1945 lezen wij:
Het schieten van mitrailleurs en artillerie is verstomd. Dit moet nog even wennen.
Over Sprang-Capelle komen zes bommenwerpers laag overvliegen met voedsel voor bezet gebied. Dat was een prachtig gezicht.
Vrijdag 4 mei 1945.
Over de radio wordt s-avonds om half negen bekend gemaakt dat in Montgommery’s hoofdkwartier op de Lünenburgerheide het capitulatiedocument is ondertekend, waarin is bepaald, dat alle Duitse strijdkrachten in Noordwest Europa, dus ook in Nederland, de volgende ochtend om acht uur hun wapens zullen neerleggen. Om er zeker van te zijn dat de Duitse troepen in Nederland zich hieraan zullen houden, nodigt de Canadese bevelhebber,
Generaal Foulkes de bevelhebber van de Festung Holland, Generaal Blaskovitz uit voor een afzonderlijke capitulatie. Het overleg zal morgen plaats vinden. Heel de bevolking is in feeststemming. Overal komen de vlaggen tevoorschijn en vreugde schoten worden gelost. De Belgen, die aan de Bergse Maas gelegerd zijn, geven vuurwerk in de vorm van lichtkogels. De tijd van verduisteren is voorbij. Auto’s rijden met volle lichten op. Onze hele buurt kwam de straat op om de bevrijding te vieren samen met de soldaten, die in het Bondsgebouw lagen. Heel de nacht werd er gedanst en gezongen.
Zaterdag 5 mei 1945.
In Hotel “de Vrije Wereld” in Wageningen overlegt de Canadese Generaal Foulkes met de Duitse Generaal Blaskowitz over de capitulatie. Deze wil nog niet ondertekenen omdat hij er niet zeker van is dat hij aan alle verplichtingen kan voldoen en zal de volgende dag terugkeren voor de ondertekening.
‘s Avonds om acht uur spreekt Koningin Wilhelmina en Gerbrandy voor Radio “Herrijzend
Nederland” tot ”GEHEEL BEVRIJD NEDERLAND”.
Die zelfde avond rukt de gymnastiekvereniging “PRO PATRIA” voor het eerst uit. Ook de muziekvereniging “SIRENA”maakt een muzikale wandeling.
Zondag 6 mei 1945.
In de aula van de Landbouwhogeschool in Wageningen ondertekent Generaal Blaskovitz de capitulatie van de Duitse troepen. Hierbij is buiten Generaal Foulkes en zijn staf namens de Nederlandse regering Prins Bernhard vertegenwoordigd. In alle kerken worden dankdiensten gehouden.
Als officiële bevrijdingsdag geldt 5 mei, omdat dat de datum is waarop de documenten van de capitulatie zijn gedateerd.
Nederland is bevrijd,