Mevr. Truus Kraak - van Caem

Opa had geslacht. Een heel jaar lang het varken de restjes gegeven en goed vet gemest. Samen met Knilles van de Vort hem op de ladder gehesen. Wat had het varken ‘geschret’ toen die uit het kot werd getrokken. De kleine ‘kender’ moesten naar de mooi kamer, maar toch hoorden we het schot. Moeder ving het bloed op voor de bloedworst. Oma spoelde de darmen voor de rookworst die werd opgehangen bij de schoorsteen en elke zondag vroegen we; Opa is de worst al rijp ? En eindelijk na maanden, was hij hard geworden en kregen we een ‘stukske’. Maar het meeste indruk maakte op mij het volgende; Als de keurmeester geweest was en overal zijn goedkeurings- stempels had gezet, moest ik naar ‘den domenie’. Nieuwe theedoeken,geruit, kwamen uit de linnenkast en werden in een rieten mand gelegd.‘s Avonds als het donker was, naar de pastorie, ‘stoepske’ op, aanbellen, deur op een kiertje ‘dag meisje’ , ‘dag mevrouw vana den domenie, de groeten van Opa (complimenten moest ik zeggen) en hier is wie van den slaagt’, de doek werd opgelicht, argwanend van wat er in zou zitten ?. ‘t Beste van ‘t verreke, de zeg ik wel ! ‘En meisje wi is jouw Opa dan wel ? ‘Wel Koos Broeks, achter bij Leen Enkhuizen !’ ‘O, juist ja, de groeten maar terug, wacht maar even op het matje, dan maak ik de mand gelijk leeg !’ Mevrouw kwam weer terug, nogmaals de groeten en ik de stoep af. En Opa maar spek eten. ‘Den Domenie’ kwam die winter nog eens op huisbezoek en kreeg ook nog eens die heerlijke worst mee, die maar zo langzaam rijpte en plotseling, zomaar, ineens een stuk korter was geworden ! Wij vergeten ‘dieze goeie ouwe tijd echt nie’.