Een terugblik op 1886 M. van Prooijen

In de jaren 1986 en 1987 zijn de rails en bielzen van de spoorlijn

Zwaluwe - 's-Hertogenbosch opgebroken en verwijderd. Dat was dan precies een eeuw, nadat het eerste gedeelte van die spoorlijn, het baanvak Zwaluwe - Waalwijk, op 1 november 1886 in gebruik werd genomen. Op 1 juni 1888 volgde het baanvak Waalwijk - Vlijmen, gevolgd door het sluitstuk Vlijmen - 's-Hertogenbosch op 15 oktober 1890.
Hoe waren nu de omstandigheden waarin de voormalige gemeenten Capelle, Vrijhoeve Cappel en Sprang, die vanaf 1 januari 1923 de gemeente Sprang-Capelle vormen, in dat jaar 1886, het jaar waarin de spoorlijn kwam, verkeerden ?
Hoe was het leefklimaat in dat voor het geestelijke- en maatschappelijke leven zo belangrijke jaar 1886 voor de inwoners van die voormalige gemeenten ?
Het lijkt aantrekkelijk dat eens na te gaan en daartoe willen we in het hiernavolgende een poging doen.

De algemene verkeerssituatie in De Langstraat
Rond 1870 stond één ding als een paal boven water. Om landbouw, handel en nijverheid tot bloei te brengen, om een nieuw élan te geven aan de economische ontwikkeling diende De Langstraat meer ontsloten te worden. Want min of meer mocht toch wel van een isolement worden gesproken.
Waalwijk met zijn schoen- en lederindustrie, die ook in diverse andere Langstraatse gemeenten niet onbelangrijk was; Vlijmen met zijn mandenindustrie; Capelle, Waspik en Raamsdonk met de vele hooipersen en de handel in hooi en vee; Geertruidenberg, Made en Drimmelen met hun griendhout en hoepels, al deze Langstraatse gemeenten met hun - voor plattelandsgemeenten - talrijke bevolking, hadden dringend behoefte aan een spoorlijn om aansluiting te verkrijgen aan de spoorwegknooppunten Zwaluwe en 's-Hertogenbosch voor de verbindingen met de andere delen van ons land.
De verbindingen waren in die dagen slecht. Behalve de straat, waaraan De Langstraat haar naam dankt, bestonden de verbindingen tussen de dorpen uit vele, kronkelende zand- en grindwegen. In de wintermaanden werden de polders rond de Langstraatse dorpen overstroomd door het Maaswater. Na de winter, wanneer het water was verdwenen, bleken de grindwegen tussen de dorpen grotendeels zwaar beschadigd. Het vervoer van personen en goederen over land geschiedde in de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw in onze streek in hoofdzaak nog met de diligence en met paard en wagen. Gelukkig waren er voor de verbindingen met het westen van ons land enkele stoombootdiensten,n.l. vanuit Heusden en Geertruidenberg, op Rotterdam. Dat was ook vanuit Waalwijk het geval, maar het getij en de geringe diepte van de Oude Maas belemmerden een geregelde stoombootdienst. Een spoorlijn diende uitkomst te brengen. Handel en industrie hebben, tezamen met de plaatselijke overheden en regionale politici, krachtig en langdurig bij de Regering daarop aangedrongen. Uiteindelijk ging de Tweede Kamer in 1875 akkoord met de aanleg van de spoorlijn Zwaluwe - 's-Hertogenbosch. Zoals uit het begin van dit artikel blijkt, duurde het nog lang vóórdat de spoorlijn er lag !   VERDER