Vrijwel zonder uitzondering kan men in ieder raadhuis in Nederland, als symbool van het hoogste gezag, één of meerdere statiefoto's of een geschilderd portret van de regerende vorstin en dikwijls ook van haar voorgang(st)ers op de troon aantreffen, meestal in de zaal of in het vertrek waar de vergaderingen van de gemeenteraad, het hoogste bestuursorgaan in de gemeente, worden gehouden.
In het in 1924 gebouwde raadhuis van Sprang-Capelle was dat uiteraard ook het geval. Maar men beschikte slechts over vergrote statiefoto's van H.M. Koningin Wilhelmina en van H.M. Koningin Juliana.
Toen in februari 1955 de raadsleden en ambtenaren met hun dames, in een gezellig samenzijn bijeenkwamen om het in 1953/1954 verbouwde en uitgebreide raadhuis te bezichtigen, had de burgemeester een verrassing in petto.
Na de stormramp van 1 februari 1953 had het Zweedse volk gelden bijeengebracht voor de door die watersnood getroffen gemeenten. Als één van die getroffen gemeenten was door de Zweedse gezant via de Vereniging van Nederlandse gemeenten f. 3.000,-- aan de gemeente Sprang-Capelle toegewezen onder voorwaarde, dat dit bedrag zou worden bestemd voor een door de burgemeester te bepalen cultureel doel. De keuze van burgemeester A. Smit viel op een geschilderd portret van H.M. Koningin Juliana om op die wijze een blijvende herinnering te houden aan de hulp van het Zweedse - aan het Nederlandse volk.
De bekende kunstschilder Bernard van Vlijmen te Huizen (N.H.) kreeg de opdracht om dat schilderij te vervaardigen.

 

Het resultaat was, zoals men op de foto kan zien, een uitstekend geslaagde en goed gelijkende weergave van Hare Majesteit Koningin Juliana met op de achtergrond de Sprangse kerk.
Het schilderij betekende een prachtige aanwinst voor de gemeente en een sieraad voor de raadzaal, waarin het een plaats kreeg aan de westelijk wand achter en boven de zetel van de voorzitter van de raad.

Maar helaas, het bezit van dit fraaie schilderij is slechts een dertigtal jaren aan de gemeente Sprang-Capelle beschoren geweest. Op 29 mei 1985 bleek het portret uit de lijst te zijn gesneden en gestolen, zonder dat er sporen van braak te vinden waren en zonder dat men tot heden het schilderij of de daders heeft kunnen opsporen.
Zal het schilderij ooit nog op haar plaats in het raadhuis terugkeren?
Misschien kan dit artikel daartoe bijdragen!