BRANDSTICHTING IN SPRANG IN 1839

Een geruchtmakende strafzaak

M. van Prooijen

Voorwoord

Dit artikel is ontleend aan een onderzoek in het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch betreffende het Arrest van 2 juli 1840 van het "Provinciaal Geregtshof van Noord-Brabant", waarbij vonnis werd gewezen tegen de verdachten in de hierboven genoemde brandstichtingstrafzaak. Voorts bevat het grotendeels een weergave van de pleitrede van Mr. P.J. de Willebois Jr. te 's-Hertogenbosch, gehouden op 26 juni 1840 als advocaat van Wilhelmus Schampers, één der beschuldigden. De pleitrede is in 1840 gedrukt en uitgegeven door de uitgever Belinfante te 's-Gravenhage. Tevens is gebruik gemaakt van hetgeen het Dagblad "de Noord-Brabander", in zijn nummers 79 en 81, in 1840 over dat strafproces schreef. Overal waar gedeelten uit het Arrest, de Noord-Brabander, de pleitrede en de processtukken door mij zijn overgenomen, heb ik de wat gezwollen taal alsmede de schrijfwijze uit die tijd gehandhaafd, om de lezers een indruk te geven hoe één en ander toen aan het publiek werd gepresenteerd. De in die stukken voorkomende Latijnse en Franse aanhalingen zijn door mij vertaald en de betekenissen daarvan tussen haakjes daar achter opgenomen. Uiteraard wilde ik de lezers niet onkundig laten omtrent de uiteindelijke straf die de drie "beschuldigden" kregen. Verder onderzoek in het Rijksarchief gaf mij daarover uitsluitsel.

Tevens heb ik fotokopieën van gedeelten van kadastrale kaarten (de eerste, daterend van 1834) bijgevoegd, waarop de panden, waar de branden plaats vonden, zijn aangegeven.

M. van Prooijen.