Presentatie op 18 maart 2013 over ‘Sprang-Capelle: uit de kunst!’ door Toon Gouda

uitdekunstWat een enthousiasme straalde Toon Gouda uit toen hij over onze Sprang-Capelse kunstenaars sprak. 120 mensen verlieten aan het eind van de avond de Beatrixzaal met een goed gevoel. We waren allemaal trots op Koos Both, Hendrik Chabot en Gerard Gerrits. “Kennen jullie Han Hollander”, vroeg Toon? Iedereen moest wel diep in zijn geheugen graven, maar met enige hulp ontstond het beeld van een bekende voetbalverslaggever van voor de Tweede Wereldoorlog. Wat Theo Koomen was voor het wielrennen was Han voor het voetballen. Han wordt in het Olympisch Stadion in Amsterdam geëerd met een plaquette, gemaakt door ….. de in Capelle geboren Koos Both. ‘Den baard’ kenden de mensen in de zaal wel. Gerard Gerrits kon je regelmatig in ons dorp tegenkomen. Getypeerd door een grote witte baard en ruim uitgevallen Franse baret. Hij kwam er vooruit dat hij de kunstenaar van het kasteeltje Zuidewijn was. Da-gelijks kunnen we nog van zijn kunstwerken genieten: de gebrandschilderde ramen in het gemeentehuis van Sprang-Capelle en het grafmonument van Jan de Rooij op de begraafplaats aan de Tilburgseweg. Zijn aquarellen gaven de sfeer goed weer van het interieur van de boerderijen tegenover het kasteeltje. Maar wie zorgt er voor de aquarel-len die in het kasteeltje hangen? Toon maakt zich zorgen! Voor de pauze besteedde Toon ruim aandacht aan Hendrik Chabot. Nu weten we hoe het er aan toeging in het gezin van de jonge Hendrik. De meester adviseerde om Hendrik geen schoenmaker te laten worden, zoals zijn vader. Geen schoen-maker worden, werd als hoogmoedig uitgelegd. Dat had ernstige gevolgen, vader werd ontslagen. Dan zelf maar schoenen maken. Moeder ging op pad om die schoenen aan de man te brengen. Tegenwerking van de schoenfabrikanten alom. Dan maar verhuisd naar Rotterdam om daar het schoenmakersvak verder uit te oefenen. Hendrik deed zijn kennis over verf op bij een restaurateur. Samen met zijn broer Wim had hij een atelier in de Wijnstraat. uitdekunst2Overdag werken voor brood op de plank en ’s avonds schilderen. In Sprang-Capelle zijn ooit ook schilderijen of reproducties van Hendrik tentoongesteld. De familie van Hendrik kwam allemaal kijken. En het commentaar bleef natuurlijk niet uit. Hendrik was een expressionist. Hij probeerde het gevoel achter de werkelijkheid weer te geven. Vandaar de opmerking: “Geef mij maar onze eigen koeien, dan die van Hendrik met d’r vierkante koppen”. Terwijl echte koeien toch ook echt bonkig over kunnen komen. Toon kwam woorden te kort om het verblijf in Zeeland te beschrijven. Hendrik wist de kracht van de zee en de wolken en wind in zijn schilderijen te vangen. Toon liet de schilderijen van Chabot voor ons bruisen, kolken en leven. Het gevoel achter zo’n schilderij van Hendrik kon je heel goed meevoelen bij ‘Brand van Rotterdam’ uit 1940. Hadden wij zelf ook niet allemaal het vuur en ontploffingen in Enschede gezien? Vanuit zijn huisje aan de Rotte zag hij Rot-terdam branden na het bombardement. Het stille dorp met die dreigende, ver-nietigende verte. “Schitterend weergegeven in dit schilderij!” Toon kwam niet uit vertelt. “Mensen, allemaal gaan kijken in het Chabot museum in Rotterdam naar jul-lie eigen, grote kunstenaar”, moedigde Toon Gouda de aanwezigen nog aan.