Teun en Corrie wonen nog niet zo lang in de Goudvink, waar ik met pen en papier op afga. In hun gezellig appartement was het flink wennen. Van een vrijstaand huis naar een huis met mensen naast je, onder je, tegenover je. En veel minder ruimte. En als je veel bewaart en spaart, een brede belangstelling hebt, moet je soms keuzes maken. Maar de gezondheid van Corrie is niet altijd even goed en dan is kleiner wonen wel fijn, als je veel alleen moet doen.
gesprek Teun VosTeun is geboren en getogen in Sprang (Kerkstraat) en is er nooit weggegaan. Hij begon de reis zo’n 85 jaar geleden. Zijn ouders hadden een boerderij en kolenhandel; een druk bestaan en het gezin had zes kinderen, van wie Teun de jongste was. De broers hebben de boerderij en de kolenhandel overgenomen, en Teun is timmerman geworden. Leuke anekdote is: waar hij eerst samen met z’n vader koeien zat te melken, heeft hij later z’n huis gebouwd. Corrie heeft hij in ’s Gravenmoer gevonden en samen zijn ze in de Oudestraat gaan wonen. Zeer betrokken bij de kerk, het jeugdwerk en later als kerkrentmeester, wat hij heel lang gedaan heeft.
Misschien was dat mede aanleiding om zich in de kerkgeschiedenis te verdiepen en het verleden te bestuderen, wat veel interessante gegevens heeft opgeleverd. Zijn liefde voor de Sprangse kerk en zijn interesse voor kerken en monumenten hebben hem ook in verschillende commissies gebracht als archivaris en in de monumentencommissie. Eerst alleen voor Sprang-Capelle; na de samenvoeging met Waalwijk ook voor Waspik en
Waalwijk. Daar zijn ook een aantal fietsroutes uit voortgekomen. Waarschijnlijk hebben ook al velen van u een rondleiding door de kerk in Sprang meegemaakt en genoten van de uitleg over alles wat er te zien is: de secco’s, de grote brand, de restauraties. Samen met vijf leden van de commissie ‘400 jaar hervormd Sprang’ heeft hij een boek gepresenteerd over de geschiedenis van de kerk. Maar het belangrijkste is dat het ‘een Godshuis is waar we de Heer mogen dienen’.
Op 21 februari 1984 was er een bijeenkomst in Zidewinde om te komen tot het oprichten van een heemkundevereniging. Daar was Teun ook bij aanwezig en vanaf het begin lid. Er was ook weleens een lezing in Het Gareel, en dat was dicht bij huis. Maar de vereniging bleef groeien en had dus meer ruimte nodig. Vele stukken gereedschap hebben de weg gevonden naar de zolder van ‘Ons Heem’. Een bestuursfunctie heeft er nooit ingezeten, hij had al genoeg aan z’n kerk. Als de heemkundevereniging op stap ging was hij erbij, samen met Corrie. Eerst met auto’s, daarna met een bus, genoten ze van kerken, kastelen en oude stadjes. Vrijwilligerswerk begon 32 jaar geleden met koffie schenken in Achter de Hoven en is nooit meer gestopt. Nu gaat Teun voorlezen bij dementerende mensen in Elzenhoven of een verhaal vertellen met een schoolplaat als zichtbaar voorbeeld. Films draaien en helpen bij kerkdiensten. Daarvoor is hij al door de koning bedankt met een lintje, lid in de Orde van Oranje Nassau en later opgewaardeerd tot ridder. Nu doet hij het wat kalmer aan omdat hij voor z’n vrouw mag zorgen.
Ik neem afscheid van Teun en Corrie, dank je wel, hopelijk mogen jullie nog een poosje met veel plezier in de Goudvink wonen.
Marry Molenaar-Bongaards